Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


Zijbalk

————————————————–

Informatiebeheer Referentie Model Architectuur (IRMA):

Uitwerkingen IRMA:

Diverse utensilia:

————————————————–

Aansluitvoorwaarden:

Document Management Systeem [DMS]

Samenvatting & samenhang

————————————————–

Reactieformulier

Veelgestelde vragen

Verwijzingen

Wat hebben wij inmiddels bereikt?

Wat hebben wij nog meer in petto?

————————————————–

Disclaimer

Intellectuele eigendom

————————————————–

Sidebar

————————————————–

context

Context

IRMA-V5Context
StellingZonder context geen bewijs
BeschrijvingContext betreft het geheel van omgevingsfactoren die (in)direct inhoud, structuur en wijze van bevraging van informatie-elementen en/of (deel)verzamelingen van de organisatie bepalen. Voorbeelden zijn: werkprocessen, actoren, medewerkers en / of informatiesystemen. Context geeft dus de onderlinge samenhang aan tussen informatie-elementen, en is daardoor een belangrijke voorwaarde voor de toegankelijkheid van informatie. Context bestaat uit de elementen die vragen kunnen beantwoorden zoals “wie heeft deze informatie opgemaakt”, “in welke hoedanigheid”, “van wanneer is deze informatie”, enzovoort. Het is van belang deze gegevens direct op te nemen bij de opmaak (of ontvangst) van informatie, omdat contextgegevens niet achteraf toegevoegd kunnen worden
RationaleContext is de “omgeving” die betekenis geeft aan informatie-elementen en informatieverzamelingen. Context an sich bestaat uit organisatorisch- gerelateerde gegevens en proces-gerelateerde gegevens, gecombineerd met de inhoudelijke en overige soorten gegevens. De context wordt vastgelegd in de vorm van metadata. Aan de hand van deze context is het mogelijk om informatie te kunnen vinden, interpreteren en te beheren. Informatie zonder context heeft geen waarde
ImplicatiesDe betekenis die aan informatie-elementen en –verzamelingen moet worden toegekend wordt vastgelegd in metadata die onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar. Dit betekent dat zowel het informatie-element als metadata in samenhang moeten worden aangemaakt, gekoppeld, opgeslagen, (bewaard of vernietigd). Zonder context is een digitaal informatie element namelijk niet te interpreteren op een ander moment dan het moment van creatie of ontvangst
EisenVindbaarheid
Wettelijke onderbouwingArchiefregeling (Artikel 17, Sub C):“ [De zorgdrager is verantwoordelijk voor] de samenhang met andere door het overheidsorgaan ontvangen en opgemaakte archiefbescheiden”
Onderbouwing generiekNEN-ISO 15489 (§ 4.1):“De context van het archiefstuk wordt bepaald door een aantal gecompliceerde factoren, inclusief de implementatie van systeemcontroles, maar is ook impliciet door de fysieke locatie en plaatsing samen met andere documenten. Digitale systemen hebben niet dezelfde impliciete metadata. Methoden voor opname van archiefbescheiden moeten deze metadata expliciet maken”
NEN-ISO 15489 (§ 4.2.5.1): “Hoe ingewikkelder de organisatie en hoe ingewikkelder haar taken en wettelijke context, des te groter de behoefte aan normalisatie van procedures om categorieën voor toegang en beveiliging aan archiefbescheiden toe te kennen”
NEN-ISO 15489 (§ 4.3.2): “[…]verbindt het individuele document met andere documenten over een specifieke zaak en maakt het voor een ieder die informatie komt opzoeken mogelijk om hieruit contextuele informatie over het document af te leiden. Het document is impliciet verbonden met de andere documenten door de tijd, door fysieke nabijheid, door de eigenaar van het dossier of de map en door de titel van het dossier of de map”
NEN-ISO 15489 (§ 4.3.2, Sub C): “Archiefbescheiden die beschikbaar of toegankelijk zijn buiten een bepaald bedrijfsonderdeel moeten meer informatie leveren, die het bedrijfsonderdeel in een relatie tot een grotere eenheid en de relatie van de bij de transacties betrokken mensen in een bredere context beschrijft”
NEN-ISO 15489 (§ 4.3.3): “Meer gedetailleerde registratie legt een verband tussen het archiefstuk en beschrijvende informatie over de context, inhoud en structuur van het archiefstuk en andere gerelateerde archiefbescheiden. Elk archiefstuk of groep van archiefbescheiden zou informatie moeten bevatten over de context en inhoud van het archiefstuk en andere gerelateerde archiefbescheiden”