IRMA-E3 | Betrouwbaarheid |
---|---|
Stelling | Informatie moet betrouwbaar zijn |
Beschrijving | Onder betrouwbaarheid wordt hier verstaan dat de informatie is wat het beweert te zijn en dat het relevante en de juiste informatie betreft. De originele informatie (authenticiteit). Dat betekent ook dat er geen gebruik gemaakt mag worden van informatie die al vernietigd had moeten zijn of geen “officiële status” kent (concepten) |
Rationale | Zonder betrouwbare informatie kan bijvoorbeeld niet (deugdelijk) worden verantwoord. Betrouwbare informatie verkleint de kans op onjuiste besluitvorming, en zorgt voor correcte en efficiënte procesuitvoering en bedrijfsvoering |
Implicaties | Met betrouwbaarheid wordt eveneens gesteld dat het controleerbaar moet zijn of informatie betrouwbaar is al dan niet |
Voorwaarden | Authenticiteit, Integriteit, Metadata, Vernietiging |
Wettelijke onderbouwing | Archiefbesluit (Artikel 2, Lid 1, Sub D): [Bij het ontwerpen en vaststellen van selectielijsten, bij besluiten omtrent de vervanging van archiefbescheiden door reprodukties en bij besluiten omtrent de vervreemding van archiefbescheiden wordt rekening gehouden met:] het belang van de in de archiefbescheiden voorkomende gegevens voor overheidsorganen, voor recht- of bewijszoekenden en voor historisch onderzoek“ |
Archiefbesluit (Artikel 5, Lid 1, Sub C): ”[Een selectielijst bestaat ten minste uit] een systematische opsomming van categorieën archiefbescheiden, waarin bij iedere categorie is aangegeven of de archiefbescheiden bewaard worden dan wel na welke termijn zij voor vernietiging in aanmerking komen“ | |
Archiefbesluit (Artikel 5, Lid 1, Sub E): ”[Een selectielijst bestaat ten minste uit] een opsomming van de criteria aan de hand waarvan de zorgdrager archiefbescheiden die ingevolge de selectielijst voor vernietiging in aanmerking komen, van vernietiging kan uitzonderen“ | |
Archiefregeling (Artikel 17, Sub B): “Te allen tijde kan worden vastgesteld wanneer, door wie en uit hoofde van welke taak of werkproces het [informatie element] door het overheidsorgaan werd ontvangen of opgemaakt” | |
Archiefregeling (Artikel 22, Sub B): “De zorgdrager zorgt ervoor dat van elk van de digitale archiefbescheiden de functionele eisen worden vastgelegd van het gedrag, voor zover dit noodzakelijk is voor het waarborgen van de authenticiteit van de digitale archiefbescheiden” | |
Archiefregeling (Artikel 26B, Sub G): ”[De zorgdrager verschaft in het besluit tot vervanging […] inzicht in ten minste de volgende aspecten van het door hem toegepaste vervangingsproces]:het proces van vernietiging van de vervangen archiefbescheiden“ | |
Archiefwet (Artikel 3): “De overheidsorganen zijn verplicht de onder hen berustende archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, alsmede zorg te dragen voor de vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden” | |
Archiefwet (Artikel 5): “De zorgdrager is verplicht tot het ontwerpen van selectielijsten waarin tenminste wordt aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging in aanmerking komen” | |
Archiefwet (Artikel 12, Lid 1): “De zorgdrager brengt de archiefbescheiden die niet voor vernietiging in aanmerking komen en ouder zijn dan twintig jaar over naar een archiefbewaarplaats” | |
Archiefwet (Artikel 13, Lid 1): “De zorgdrager kan archiefbescheiden die niet voor vernietiging in aanmerking komen en jonger zijn dan twintig jaar naar een archiefbewaarplaats overbrengen, wanneer naar het oordeel van de beheerder van de archiefbewaarplaats voldoende aanleiding bestaat hiervoor ruimte beschikbaar te stellen” | |
Archiefwet (Artikel 48): “De […] vastgestelde lijsten van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden blijven gehandhaafd totdat zij zijn vervangen […]“ |